Over Wendy

Wendy Brokers-van den Ham groeide op in Utrecht, waar zij ook geboren werd. Inmiddels woont zij al weer heel wat jaren met haar man, zoon en vier dochters en een paar katten in Lopik.
‘Later word ik boerin en wil ik tien kinderen,' riep ze als negenjarige. Verder dan landelijk wonen en de helft van de verwachte kinderschare kwam het niet.

In haar jeugd schreef ze veel met een nicht over de grootst mogelijke zin en onzin. Die brieven werden zo dik, dat de beide vaders er geen postzegels meer aan wilden spenderen. Op familieverjaardagen kropen ze dan achter in één van de auto’s waar ze van correspondentie wisselden en uren zoet waren met lezen.
Als tiener las ze de Kluitman pocket ‘Nicky’s dagboek’ van Greetje Kip, een zeventienjarige scholiere. Dat wekte, naast haar liefde voor lezen, haar interesse in schrijven.

In de laatste twee jaar van de HAVO heeft ze erg getwijfeld of ze de journalistiek of de verpleging in zou gaan. Het is het laatste geworden. Na de in service A-opleiding in het Oudenrijn Ziekenhuis in Utrecht volgde de kinderaantekening. Sinds de fusie met het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein in 2009 werkt ze nog steeds als kinderverpleegkundige op de Kinderafdeling/Neonatologie.

Schrijven bleef een hardnekkige aantrekkingskracht uitoefenen. Na jaren eerst voor zichzelf (fictie) te hebben geschreven, durfde ze het aan het familie en vrienden te laten lezen.
Het was een docente Nederlands van haar oudste die haar vertelde dat haar werk van dusdanige kwaliteit was dat ze ‘er toch echt een uitgever voor moest zoeken’. De verhaallijnen van de drie broers die ze als dertienjarige bedacht, liggen echter nog geduldig te wachten op een uitgebreide herschrijf-sessie.

In 2012 deed ze voor het eerst mee aan een schrijfwedstrijd van ‘Boekvoorhaar’ met een autobiografisch verhaal over haar moeder die in 2010 overleed aan de gevolgen van Alzheimer. Zes dagen na de inzending las ze tot haar stomme verbazing dat het verhaal op de longlist stond en samen met negenendertig andere korte verhalen in een bundel gepubliceerd zou worden.
Nog steeds ziet ze dit als een prachtig, postuum, eerbetoon aan haar moeder.
Hierna volgde nog een autobiografische column in de zomeruitgave van de J/M van 2014, een kort verhaal in de verhalenbundel ‘Feest’ (2014) en een kort verhaal in ‘Mijn mooiste herinnering’, een uitgave van Heel Nederland Schrijft (2015).
Bijzonder detail is dat alle gepubliceerde verhalen autobiografisch zijn, met als uitzondering het verhaal in de bundel ‘Feest’ (fictie met een autobiografisch einde), terwijl ze het liefst fictie schrijft.